Voor je begint met behangen…

Heb je een kamer die dringend aan nieuw behang toe  is? Dan heb je de keuze tussen laten behangen of zelf behangen. Zelf behangen is trouwens helemaal niet zo moeilijk. Hier vind je een stappenplan met  om je er goed op voor te bereiden.

Dek de vloer goed af

Als je gaat behangen, is de kans groot dat je zal knoeien. Dek de vloer af met folie, die je vastmaakt met tape.  Schakel vervolgens de stroom uit en verwijder de stopcontacten en schakelaars.

Verwijder eventueel oud behang

Zijn er twee lagen oud behang, die goed vastzitten, dan kan je nieuw behang plakken. Het mooiste resultaat krijg je echter als je nieuw behang op een kale muur plakt.  Zorg er, als je over oude lagen plakt, steeds voor dat je de dikke naden gladschuurt. Plak de losse stukken goed vast.

Je kan ervoor kiezen het oud behang droog of nat te verwijderen. Droog verwijderen kan je gewoon doen door een bovenhoek los te peuteren en zo het papier schuin eraf te trekken. Als je het behang nat verwijderd, heb je lauw water nodig, eventueel gecombineerd met een afweek- of afwasmiddel. Bevochtig het papier met een spons of een plantenspuit. Laat het intrekken en steek het behang dan weg met een plamuurmes. Je kan het behang ook afstomen met een speciaal apparaat.

Wanden glad  maken

Dicht barsten en gaten met een vulmiddel en schuur de plekken met fijn schuurpapier na. Bij diepe scheuren kan je best glasvlies in het natte vulmiddel stoppen. Schuur bulten weg. Een wand kan je best eerst behangen met een behang-wisselgrond. Dat is namelijk erg handig als je in de toekomst zelf gaat behangen, je kan het behang er dan immers vlot vanaf halen.

Afmeten

Meet de hoogte van de baan die je zal nodig hebben, en tel hierbij een marge van 10 centimeter, 5 voor onder en 5 voor boven.

Lijm

Er bestaat lijm voor licht en voor zwaar behang. Breng de behanglijm op het papier aan en laat het een aantal minuten intrekken. Strijk eerst een derde  Voor zwaardere behangsoorten bestaat er een  lijm die je rechtstreeks op de muur kan aanbrengen.

Tags , ,

Zelf pompoenen kweken

Pompoenen zijn lekker en eenvoudig te telen. Als je een beetje moeite doet, kan je zelfs erg grote pompoenen kweken.

Zaaien

Pompoenen zaai je tussen april en juni best in potjes. Zaai twee zaadjes per potje, zodat je het sterkste kan overhouden. Duw de zaadjes zacht in een  laagje grond en bedek dat met wat extra grond. Je mag de zaadjes niet te diep zaaien. Als de wortels door de bodem van de pot komen, is het tijd om de zaailingen over te planten. Plant ze zo’n twee à drie meter uit elkaar. Zaden kunnen ook rechtstreeks in de grond gezaaid worden tussen het einde van mei en de vroege zomer. Kies een  zonnig plekje dat voldoende afgeschermd is en verbeter de grond met compost. Als de zaailingen kiemen, mag je de zwakste verwijderen.

De plantjes verzorgen

Bescherm de  zaailingen met mulch en voed ze regelmatig met meststof. Geef ze ook geregeld water tijdens het bloeiseizoen. Verwijder sommige vruchten voor ze zich verder ontwikkelen, houd twee tot drie vruchten per plant over. Op die manier zal je grotere pompoenen krijgen. Als de pompoenen groter worden, til ze dan op met een stuk hout of een baksteen, om zo te voorkomen dat ze gaan rotten. Verwijder bladeren waardoor de pompoenen in de schaduw te zitten komen. Als er een risico is op vroege vorst, bescherm de pompoenen dan met stro of karton.

Oogsten en opslaan

Laat de vruchten zo lang mogelijk op de plant, zodat ze  kunnen groeien en rijpen. Wanneer de stengel breekt en de schil erg dik is, is de pompoen klaar om geoogst te worden. Leg de pompoenen vier dagen buiten in de zon of bewaar ze binnen bij een temperatuur van 27° tot 32° C, zodat ze kunnen harden. Pompoenen kunnen vier tot zes maanden bewaard worden. Bewaar je pompoenen op een koele plaats, bij een temperatuur rond 10°C.

Tags , , , , ,

5 milieuvriendelijke natuurlijke schoonmaakmiddelen

Ben je het  beu om je huis steeds schoon te maken met milieuverontreinigende poetsmiddelen?  De volgende natuurlijke producten staan waarschijnlijk in je  keukenkast, werken even goed en zijn veel beter voor het milieu.

Azijn

Azijn heeft iedereen wel op voorraad.  Je kunt er gemakkelijk en snel vlekken, zeepresten en kalkaanslag mee verwijderen. Het is ook een uitstekend product om metalen voorwerpen mee te poetsen en slechte geuren  mee te verwijderen.

Citroensap

Citroensap verdrijft slechte geurtjes. Je kan er erg goed glas mee poetsen, vlekken op aluminium, in kleding, op koper en op porselein mee verwijderen.

Zout

Voorwerpen die aan het roesten zijn? Dan is zout een heel efficiënt middeltje. Om koper schoon te maken, kan je het zout mengen met wat citroensap.

Essentiële oliën

Essentiële oliën verspreiden een heerlijke geur en kunnen zo kwalijke geurtjes verdrijven, maar hebben ook een desinfecterende werking. Aan een paar druppeltjes heb je genoeg voor een hele dag!

Zuiveringszout

Zuiveringszout, ook wel bekend als natriumcarbonaat, is multifunctioneel. Het kan leidingen ontstoppen, glanzende oppervlakten laten blinken, zuren neutraliseren en moeilijke vlekken verwijderen.  Zuiveringszout kan ook slechte geurtjes uit je tapijten en stoffen bekleding verwijderen.

Tags , ,

Aardbeien uit je eigen tuin

Niets zo lekker als aardbeien uit de eigen tuin. Aardbeien zijn een fruitsoort die gemakkelijk te kweken is. Eén aardbeienplant kan je verschillende jaren  lang aardbeien leveren. Aardbeienplanten kunnen gemakkelijk overwinteren,  je hoeft dus niet iedere keer andere aardbeien te kopen.

In volle grond

Aardbeien kun je in principe op elke ondergrond telen, maar een lichtzure ondergrond die waterdoorlatend is, is het beste. Tijdens de herfst kun je de bodem al goed voorbereiden door hem van een portie organische mest te voorzien.

De aardbeien plant je dan aan in de late zomer, zodat  je in juni of juli van het volgende jaar kunt oogsten. Bij verlate teelt worden de planten echter in een koelcel bewaard. Van maart tot begin juli kan je ze dan nog uitplanten in openlucht. Twee maanden na het planten kan je dan oogsten. Voor de doordragende soorten, die gedurende vier tot vijf maanden continu geoogst kunnen worden, wordt minder vaak gekozen.

Om een aardbeienbed aan te leggen kun je best de grond verhogen, zodat het regenwater gemakkelijk afgevoerd wordt. Eventueel kan je folie op het bed leggen, zodat er geen onkruid tussen de planten verschijnt en je vroege uitlopers die de planten verzwakken gemakkelijk kunt wegnemen. Na het aanleggen van je aardbeienbed kan je de aardbeien in rijen aanplanten. Zorg dat er een onderlinge afstand is van 10 à 15 centimeter.

In potten

Aardbeien hoeven niet altijd in volle grond geteeld te worden. Je kunt ze ook in potten (bijvoorbeeld op je terras of je balkon) telen.

Kies voor een voldoende ruime bak of pot in plastic of terracotta. De bak of pot moet ook voldoende afwateringskanalen hebben, aardbeien staan immers niet graag te nat. Vul de bak of pot voor de helft tot driekwart met potgrond. Haal de aardbeienplantjes voorzichtig uit de potjes en plaats ze op de potgrond. Vul de bak of pot daarna verder aan en laat onder de rand een ruimte van een aantal centimeter. Begiet de aardbeienplanten na het planten meteen.

Zonnige plaats

Aardbeien staan graag in de zon, een zonnige plaats voor het aardbeienbed of -pot is dus zeker aan te raden. Maar te sterk zonlicht is ook niet goed, zeker niet voor jonge plantjes. Probeer de aardbeienplantjes ook zoveel mogelijk af te schermen van de wind.

Water en mest geven

Aardbeien houden niet van te veel water, maar een te droge of uitgedroogde grond is ook niet aan te raden. De potgrond moet dus altijd vochtig genoeg zijn. Geef de plantjes regelmatig water, tijdens hete zomerperiodes mag dat zelfs iedere dag gebeuren.

Tags , , ,

Correct en veilig hameren!

Een hamer heb je nodig voor ontelbare klusjes in en rond het huis. Je kunt er niet alleen spijkers mee in de muur slaan of eruit trekken, maar ook bijvoorbeeld een paal mee in de grond slaan.

Welke hamer kies je?

– Kies voor een hamer met een lange steel.
– Hamers uit een stuk zijn op ergonomisch vlak veel beter. Bij die hamers wordt het gewicht beter verdeeld.
– Een handgreep met antisliplaag ligt beter in de hand en bevordert de goede grip.
– Een terugslagvrije hamer zal je pezen en gewrichten sparen.
– Een hamer van zachte materialen zal de trillingen beter absorberen dan een metalen hamer.
– Werken met een te zware hamer is erg vermoeiend. Zorg er dus voor dat je zeker geen hamer kiest die te zwaar is, maar een die net zwaar genoeg is voor het klusje dat je moet opknappen.
– Vraag raad in de winkel. Daar kunnen ze  je het beste verder helpen.

Hoe houd je de hamer vast?

Plaats je vingers rond het onderste deel van het handvat en laat je duim op de smalle kant van je handvat rusten.
Hoe dichter bij het uiteinde je de steel vastgrijpt, hoe meer kracht je ontwikkelt en hoe harder je slag is.

Veiligheid boven alles!

– Controleer altijd eerst de staat van de hamer. Gebruik geen kapotte of beschadigde hamer.
– Sla steeds met het centrale deel van de hamerkop, zodat er geen splinters wegspringen.
– Bescherm je ogen met een veiligheidsbril als er veel wegspringende splinters zijn.
– Klop de spijker eerst met lichte slagen in de muur, totdat hij vastzit en je je hand niet meer nodig hebt om hem vast te houden bij de zwaardere slagen. Zo voorkom je dat je op je vingers slaat.

Tags , ,

Je meubels verven

Ben je je meubels een beetje beu gezien maar wil je er ook geen nieuwe kopen? Heb je er dan al eens over nagedacht ze gewoon van een andere kleurtje te voorzien? Een likje verf kan van een meubelstuk al iets totaal anders maken. Zo kan een gewone stoel die geverfd wordt er uit  gaan zien als een antieke stoel of juist als een gloednieuwe,moderne stoel.

Dat tafeltje dat je op de vlooienmarkt gekocht hebt of die kast die al meer dan 10 jaar op je slaapkamers staat?  Het kunnen allemaal geschikte kandidaten zijn voor een make-over met verf.

Maar waar kun je die meubels plaatsen? In principe in elke kamer in het huis. Bestudeer de kamer goed en kies een kleur die er niet in zou misstaan. Je kunt één meubelstuk verven of een set van een paar meubels.

Benodigheden

– Doeken of kranten om de vloer en andere meubels in de kamer mee te beschermen
– Een schone spons, een doek en een emmer
– Schuurpapier of vloeibaar polijstmiddel
– Verfborstels van goede kwaliteit
– Grondverf op basis van olie
– Verf  op basis van olie

Hoe ga je te werk?

Schuur de meubels op, zodat de verf zich goed kan vasthechten.  Dat kan je doen met schuurpapier of vloeibaar polijstmiddel. Zorg er ook voor dat het stof dat bij het schuren vrijkomt wordt opgeruimd voor je begint te verven.

Breng vervolgens een grondlaag aan met een primer op basis van olie. Gebruik hiervoor een propere verfborstel. Verf in gelijkmatige stroken en beweeg de borstel van boven naar beneden. Als die grondlaag droog is, kun je je meubels verven in de kleur die je voor ogen had. Wacht hier niet te lang mee want anders wordt de duurzaamheid van de verflaag aangetast. Breng indien nodig nog een tweede verflaag aan.

Tags , ,

Van start gaan met een moestuin

Droom je ervan verse groenten uit je eigen tuin te kunnen eten? Dan is een eigen moestuin geen slecht idee. Je eigen groenten telen is trouwens helemaal niet zo moeilijk. Hier vind je een stappenplan om van start te gaan met je eigen moestuin.

Bepaal de locatie

Je wilt natuurlijk dat je groenten zo smakelijk mogelijk zijn. De locatie kan daarbij veel bepalen. De meeste groenten hebben dezelfde vereisten om goed te bloeien, wat het gemakkelijker maakt om een geschikt plekje uit te kiezen in je tuin. Kies voor een zonnig plekje op een vruchtbare bodem.

Kies de groenten uit

Dit is een van de leukste aspecten van een eigen moestuin: je favoriete groenten uitkiezen. Pas alleen op dat je ogen niet groter zijn dan je moestuin, het is niet de bedoeling dat je je groenten op elkaar begint te proppen. Houd rekening met de ruimte die je hebt, de periode waarin je graag wilt oogsten en het soort bodem in jouw moestuin.

Beslis of je zult zaaien of overplanten

Bij de keuze tussen zaaien en overplanten gaat het vooral over praktische overwegingen. Als je begint met zaadjes heb je meestal een grotere keus wat groenten betreft. Sommige groenten kun je ook gemakkelijker overplanten dan andere. Groenten waarbij meestal voor zaadjes gekozen wordt zijn: bonen, komkommer, knoflook, erwten, pompoen, enz. Groenten die je gemakkelijk kunt overplanten zijn onder meer broccoli, bloemkool, selder, tomaten en aubergine.

Haal het meeste uit je ruimte

Meestal leg je je moestuin niet in een keer aan. Sommige groenten kun je eerder oogsten dan andere, waarna je de vrijgekomen plek weer kunt opvullen. Andere planten bloeien erg snel, waardoor je meteen na de oogst opnieuw kunt beginnen.

Onderhoud je moestuin

Nu is het tijd om de meer praktische zaken aan te pakken. Een moestuin heeft regelmatig onderhoud nodig. Groenten moeten voldoende water krijgen, de bodem moet met mulch bedekt worden en er moet op tijd geoogst worden. Verder is het ook belangrijk ongedierte op een afstand te houden.

Oogst en bewaar

De laatste en de leukste stap. Als je groenten bloeien wordt het tijd om te oogsten. Eenmaal geoogst, kun je je groenten opeten of bewaren (invriezen).

Tags , ,

Slakken bestrijden in de tuin

Slakken kunnen een ware  pest zijn voor je tuin. Vooral tijdens vochtige periodes duiken ze massaal op en kunnen ze heel wat schade aanrichten. Ze eten jonge planten in de moestuin op tot net boven de grond of laten grotere planten achter met gaten. Als je toch nog iets wilt oogsten, kun je ze maar beter bestrijden.

Naaktslakken en huisjesslakken

Huisjesslakken voeden zich voornamelijk met plantaardig afval uit de tuin, zoals verdorde bladeren. Deze slakken zijn eigenlijk nuttig. Naaktslakken zijn vervelender. Zij kunnen in een nacht tijd alle kiemplantjes doen verdwijnen of heel veel schade aanrichten aan malse groenten als sla.

Gistrijk bier

Gistrijke producten als bier trekken de slakken aan. Graaf dus een potje met gistrijk bier tot aan de rand  in. Als de slak erop afkomt en ervan wilt drinken, zal hij in het potje vallen en verdrinken.

Bodem bedekken

Gebroken eierschalen, schelpen, zaagsel,  kalk, zand en soortgelijke bedekkingen leiden bij slakken door de droogte en scherpte tot irritatie. Als je dit over je zaaibedden strooit, zullen de slakken uit de buurt blijven.

Afweerplanten

Een aantal planten houden slakken door hun scherpe geur op afstand:

– Tomaten
– Tijm
– Salie
– Knoflook
– Hysop
– Oost-Indische kers

Natuurlijke vijanden

Zorg voor plekjes waar natuurlijke vijanden van de slak zich goed voelen. Vogels als eksters, kraaien, spreeuwen, merels, lijsters, enz. zitten graag in struiken en bomen. Egels verschuilen zich graag onder een hoop takken. Kikkers en padden houden van vijvertjes.

Slakkenkorrels

Er bestaan ruwweg twee soorten slakkenkorrels: een groep die biologisch afbreekbaar is en de klassieke slakkenkorrel die die eigenschappen niet bezit. Best leg je de korrels op de grond met een dakpan erover. Zo voorkom je dat andere dieren eraan kunnen.

Tags , , ,

Planten in potten zetten

Om planten goed te potten, moet je steeds een aantal stappen in acht nemen:

1. De pot kiezen

Zorg ervoor dat het water door een of meerdere gaten in de bodem van de pot kan lopen. Als de drainage onvoldoende is, kunnen de wortels verdrinken. Bijna alles kan als pot gebruikt worden, dus wat je kiest zal volledig afhankelijk zijn van je eigen stijl en budget. Als je graag lichte potten hebt die je gemakkelijk kunt verplaatsen, kies dan voor plastic, glasvezel of andere lichte materialen.

2. De potgrond kiezen

Gebruik geen grond uit je tuin, want hier kunnen onkruidzaadjes, insecten en schimmels in zitten. Koop potgrond in je lokale tuincentrum. Het is een losse en lichte mix van materialen als mossen, vermiculiet en compost. Voor vetplanten of cactussen kun je best een speciale mix gebruiken.

3. De planten kiezen

De juiste plant op de juiste plaats, dat zou je motto moeten zijn. Houd rekening met de omstandigheden op de plek waar de plant staat. Een roos moet bijvoorbeeld zes volle uren zon krijgen. Vraag om advies in je plantencentrum of lees een paar boeken, zo kom je te weten welke planten het goed doen in de zon en welke in de schaduw.

4. Bereid de potten voor

Als je potten groot zijn, plaats ze al op de plaats waar ze moeten staan voor je ze vult. Als ze eenmaal gevuld zijn, kunnen de potten wel eens te zwaar zijn om te verplaatsen. Leg een koffiefilter, een scherf van een gebroken pot of iets anders  over de gaten in de bodem. Zo zal de potaarde er niet uit lopen.

Controleer voor je de aarde in de pot giet nog even hoeveel water je eraan toe moet voegen. Meestal moet je er een beetje water aan toevoegen en kneden met je handen.  Doe genoeg potgrond in de pot, zodat de basis van de plant (waar de plant uit de grond komt) zich op ongeveer 2,5 centimeter onder de rand bevindt . Voordat je overgaat tot het planten, moet jee de grond lichtjes aandrukken met je hand.

5. Pot de plant

Verwijder de plant uit de winkelpot. Best kun je ze een uur op voorhand nog water geven in deze pot. Ondersteun de top van het wortelstelsel met je handen als je hem verplaatst. Trek nooit te hard aan de stengel van de plant. Plaats de plant bovenop de potgrond. Zorg ervoor dat de stam van de plant volledig boven de potgrond uitsteekt. Als je meer dan één plant pot, houd dan tussen de wortelstelsels zo’n 2,5 centimeter vrij, zodat je er nog potgrond aan kunt toevoegen. Geef de plant water, zodat de wortels zich meteen kunnen aanpassen aan hun nieuwe thuis.

Tags , ,

Een gezonde plant uitkiezen

Als je naar de plantenwinkel gaat, zullen alle planten er op het eerste zicht gezond en fris uitzien. Normaal gezien zouden ze dat ook moeten zijn. Toch is het zeker nodig een aantal kleine controles uit te voeren voordat je je plant mee naar huis neemt.

Controleer de andere planten in de winkel. Hoe zien die eruit? Zien ze er gezond uit en worden ze goed verzorgd?

Nu is het tijd om jouw plant onder de loep te nemen. Zijn de bladeren groen, glanzend en sappig? Vermijd  planten die aan het verwelken of aan het geel worden zijn.

Hoe is de vorm van de plant? Is hij helemaal begroeid, met meerdere takjes? Groter betekent niet noodzakelijk beter, dat kan er namelijk ook op wijzen dat de plant onvoldoende licht kreeg en om toch licht te krijgen snel naar boven groeide, maar daardoor juist erg dun en breekbaar is.

Bekijk de plant van dichterbij om te weten te komen of er sprake is van insecten of ziektes. Controleer beide kanten van de bladeren en de potgrond. Signalen die erop kunnen wijzen dat er iets aan de hand is, zijn: zwarte vlekken, gaten, papperige delen, plakkerige delen, etc.

Zie ook de wortels van de plant niet over het hoofd. Als de plant in een pot staat en de wortels uit de bodem groeien, staat de plant onder druk en zal hij wat tijd nodig hebben om te herstellen. Als er niet veel wortels zijn en de plant heel gemakkelijk uit de pot komt, werd hij waarschijnlijk nog maar pas verplant.

Controleer de stengel van de plant op beschadigingen. Verzeker je ervan dat er geen breuken of andere gebreken zijn.

Zaadjes in de pot is nooit een goed teken. Die strijden namelijk met de plant om de voedingsstoffen in de aarde.

Ontkiemende planten en planten met bloemen zullen het doorgaans beter doen dan andere.

Tags ,
Oudere berichten Nieuwere berichten
© 2024 · huisentuininformatie.be Merken en domeinen zijn eigendom van Internet Ventures. Website beheerd door Volo Media.